“Het leven dat ik verdien”

Saadia

Als ik terugkijk naar mijn leven zijn er een paar pijnlijke dingen die ik hier nog een keer wil opnoemen. Het eerste is: ik wilde graag verder leren. Dat mocht mijn broer wel, maar ik als meisje niet. Mijn oudste broer, die vaak de plaats van mijn vader in nam, heeft mij op pijnlijke manier duidelijk gemaakt wat ik wel en niet mocht. En ik was bang voor zijn boosheid en kritiek. Mijn verwachting toen ik trouwde met een man die in Nederland woonde was dat ik kans kreeg om te studeren, uitgaan, leuke dingen met mijn man doen, lachen en vrij zijn. De werkelijkheid was anders. Mijn man bleek nog erger te zijn dan mijn broer. Mijn vertrouwen in mensen en de teleurstelling die volgde is een oorzaak geweest van introversie en vervolgens depressie. In eerste instantie begreep ik niets van deze psychische aandoening. Ik wist niet wat me gebeurde en kende woorden als depressie niet. 

Het was moeilijk de realiteit onder ogen te zien. Een heftige confrontatie, die ik niet aankon. Ik had iemand nodig om me te helpen mijn krachten te verzamelen voor die confrontatie. Ik was helemaal alleen en er was niemand naast mij, behalve degenen die de oorzaak waren van mijn depressie. Mijn familieleden in Marokko, met wie ik op afstand contact had, waren naar mijn mening de dragers van de waarden van de samenleving waarvan ik bang ben. Ik verborg mijn lijden in mezelf, en hoe langer de geheimhouding duurde hoe meer ik me terugtrok. Ik kwam zover dat ik zelfmoord wilde plegen. Het beeld van mijn zoon heeft geholpen om dit niet te doen. Een Marokkaanse vrouw adviseerde me om de taal te leren. Zo zou ik contact kunnen krijgen met andere mensen, buiten de kleine kring van mijn man en zijn familie. 

De Nederlandse taal was het einde van mijn isolement. De momenten die ik doorbracht in het talencentrum waren een ruimte om aan de druk en de sombere sfeer van het huis te ontsnappen. Ik begon het verlangen te voelen om beetje bij beetje te leven, dus werd ik positiever en ik zei tegen mezelf: ‘misschien is er hoop en kan het veranderen ten goede’. Ik voelde dat er een oplossing naderde, maar kon deze nog niet vasthouden. 

Een leerkracht gaf me moed. Zij werd de berg waarop ik leunde en me sterk voelde. Ik begreep dat de oplossing niet is om te vluchten. De confrontatie is de oplossing. Mijn besef van deze oplossing was het belangrijkste keerpunt van vermoeidheid naar troost, van zwakte naar kracht en van ellende naar vreugde. Zo besloot ik me los te maken van de omgeving die mijn leven bedierf. Ik zag scheiding als de sleutel tot de oplossing. Er is geen uitweg uit de crisis, behalve door afstand te nemen van de oorzaken ervan. 

Ik zou ervan beschuldigd worden ons gezin uiteen te jagen. Die confrontatie was moeilijk, precies zoals ik had verwacht, maar de aanwezigheid van de docente naast me gaf me de mogelijkheid om het toch te doen. Ze moedigde mij aan met de woorden: ‘Dat kun je’. Daarna voelde ik iets vreemds, een soort enthousiasme, of iets anders dat ik niet kan benoemen, maar ik voelde me in staat om te winnen. 

Tijdens de echtscheidingsprocedure en de vele conflicten die volgden, ontdekte ik dat de Nederlandse staat en haar instellingen mij de nodige zorg konden bieden, inclusief psychologische behandeling en sociale bijstand. Goede oplossingen werden me gegeven en ik ontdekte wat ik zelf kon doen. Maar de duisternis die mijn ziel en mijn geest bedekte, weerhield me ervan om het te beseffen. Ze stelden me wel in staat om kleine veranderingen aan te brengen in mijn woning. Zo veegde ik geleidelijk dat ongelukkige verleden weg en maak ik ruimte voor mijn nieuwe leven, het leven dat ik verdien. 

Mijn ervaringen hebben me geleerd dat de eerste stap van de behandeling is dat de patiënt gelooft in de haalbaarheid van een behandeling en dat de behandeling geen specifiek medicijn is dat wordt genomen, maar eerder stappen die je moet volgen en beslissingen die je moet nemen. Je bent zelf degene die dit proces stuurt, waarbij specialisten je helpen. Een goede kring van familie en vrienden is daarbij belangrijker dan medicatie. 

Zo leerde ik dat niets onmogelijk is zolang er de wil is om te leven en dat er altijd oplossingen voorhanden zijn. Maar voor bewustwording heb je misschien wat hulp nodig. Wat ik mij heb voorgenomen is dat wij allemaal bereid moeten zijn elkaar te helpen. We hoeven niet te wachten op mensen die om hulp vragen, want zij kunnen dat misschien niet doen. Neem liever zelf het initiatief, zoals die leerkracht, die ik altijd heb gezien als een Nederlandse engel. 

Ook weet ik nu dat ellende de afwezigheid van een droom is, en dat een mooi leven dromen zijn die we nastreven. Die kunnen we misschien niet bereiken, maar de weg ernaartoe zelf is geluk. Daarom heb ik besloten om mijn Nederlandse gemeenschap te helpen, die me heeft geholpen met alles wat ik kon, en om van mijn ervaring een startpunt te maken voor sociaal werk. Wat betreft de droom waar ik over vertelde: dat is er niet één, maar meerdere dromen. En één daarvan is om een boek te schrijven. 

Essaadia Ait Taleb