“Als ik zelf niet in actie kom verandert er niets”

Thomas

Ik ben geboren met DCD, dit is een aandoening aan de grove en fijne motoriek. Ik omschrijf dit zelf als het hebben van twee halve linkerhanden. Hierdoor kon ik op de basis school nooit goed meekomen en heb ik mij altijd anders gevoeld dan anderen. Ik ben opgevoed met het idee dat dit mijn leven is en dat het mijn verantwoordelijkheid is om er iets van te maken. Hierdoor gaf ik mezelf er altijd de schuld van dat ik niet mee kon komen op school. Dit leidde ertoe dat ik al op jonge leeftijd de kernovertuiging ontwikkelde dat ik als mezelf niet goed genoeg ben. Ik zag de wereld als dat zwarte pak en mezelf als dat paar bruine schoenen dat er niet bij past.

Ik deed alles om er maar tussen te passen. Ik wilde geaccepteerd wilde worden, want ik haatte mezelf. Ik ging overal opzoek naar acceptatie. Op jonge leeftijd kwam ik er al achter dat als ik deed wat mensen wilden en ze dan met mij om wilden gaan, ik mezelf geaccepteerd voelde. Dus deed ik alles om maar geaccepteerd te worden. Alles om maar niet meer alleen te zijn.

Wat ik mij van de middelbare school vooral herinner is het gevoel van eenzaamheid en het niet kunnen verbinden met andere mensen. Waar op de basisschool niemand eigenlijk echt opmerkingen maakte over mijn slechte motoriek was dit op de middelbare school wel anders. Ze noemden mij gehandicapt of mongool. Ik wilde wel voor me voor mezelf opkomen, maar ik was bang dat als ik dat deed het niet goed af zou lopen.

De eerste keer dat ik drugs gebruikte vond ik wat de drugs met me deed niks, maar wat het voor me deed vond ik geweldig. Voor het eerst in mijn leven had het idee dat ik verbinding had met mensen. Ik ging mezelf anders voordoen om mijn onzekerheid, angst en gebrek aan eigenwaarde te verbergen. Ik begon straattaal te gebruiken en ging steeds minder om met mensen die niet gebruikten. Ik ging ook steeds meer liegen. Een kantelpunt voor mij was het overlijden van mijn oma. Het zou misschien de laatste keer zijn dat haar zou kunnen zien, ik zou afscheid nemen met mijn zus en mijn moeder. Maar “vrienden” vroegen mij of ik drugs voor ze wilde halen. Ik verkoos de drugs boven mijn eigen familie. Een dag later overleed mijn oma en ik heb het mezelf nooit vergeven dat ik geen afscheid van haar heb genomen.

Ik kon niet met die gevoelens van schuld, schaamte en verdriet omgaan en ging ik mijn gevoel verdoven door nog meer troep te gebruiken. Ik wist niet dat je gevoelens ook gewoon kon ervaren en erover kon spreken. Thuis ging het niet meer. Ik stal geld en bleef nachten weg, dus verhuisde ik naar een instelling. Zonder effect, want het gebruik ging gewoon door. En daarna ging het alleen maar verder bergafwaarts. Ik deed af en toe mijn best om te stoppen, maar gleed ook steeds weer af in gebruik.

Tijdens mijn eerste detox ben ik in aanraking gekomen met zelfhulpgroepen. Ik zat vol met angst en onzekerheid en durfde daar eigenlijk niet eens mijn naam te zeggen. Ik zag daar mensen die gelukkig en tevreden leken en ik voelde mij helemaal niet tevreden en gelukkig. Ik was alleen maar aan het zoeken naar verschillen tussen mij en de andere mensen. Ik was onzeker en bang dat mensen mij zouden afwijzen als ik mensen zou vertellen hoe ik mij werkelijk voelde. Ik leefde om te gebruiken en gebruikte om te leven. Mijn huis was een junkenpaleis. Ik wilde niet meer leven, het was tijd voor verandering.

Na weer een detox kwam voor mij het besef dat ik erna alleen maar clean zou zijn, en dat dat voor mij niet voldoende was. Ik ging naar een 12 stappen Minnesota kliniek en daar ging een wereld voor mij open. Ze vertelde mij dat verslaving een ziekte is. Ik ben er mijn angsten aangegaan, en ben daar gaan praten over mijn gevoelens en emoties. Ik zag in die kliniek ook ervaringsdeskundigen die al jaren clean waren en hun leven op de rit hadden. Dat gaf mij hoop! Als zij het kunnen, kan ik het misschien ook. Na de opname ben ik naar zelfhulpgroepen gegaan en met een sponsor aan de 12 stappen gaan werken.

Zelfhulp heeft mij zo goed geholpen omdat herstel voor mij een ‘wij-proces’ is, geen ‘ik-proces’. Ik kan het niet alleen. Samen met andere mensen krijg ik voor elkaar wat me in mijn eentje nooit gelukt is. De zelfhulpgroepen hebben een therapeutische werking voor mij, door de onderlinge steun. En door op de bijeenkomsten te luisteren naar anderen, kreeg ik een beter inzicht in mijn eigen ziekte. Ik ben op de bijeenkomsten omgeven door ervaringsdeskundigen, die ik altijd kan bellen en om raad kan vragen. Op de bijeenkomsten had ik ook voor het eerst écht verbinding met anderen en voelde dat ik geaccepteerd werd zoals ik ben. Dit gaf mij de kracht om innerlijk onderzoek te doen en ik kwam erachter dat de kern voor mij de angst is dat ik als mezelf niet goed genoeg ben.

Voor mij is herstel een proces van in de actie gaan. Ik kan praten over herstel, iemand kan mij alle gereedschappen geven voor herstel, maar als ik zelf niet in actie kom verandert er niets. Ik ben heel veel zelfhulpgroepen gaan bezoeken, en ik ben ook gaan helpen om meetings mogelijk te maken. Daardoor is mijn gevoel van eigenwaarde gegroeid en kreeg ik meer zelfvertrouwen. Ik bouwde ook voor het eerst weer gezonde relaties met andere mensen op en kon weer iets betekenen voor anderen.

Om alle negatieve overtuigingen die van mezelf heb om te buigen, maak ik heel veel gebruik van meditatie en affirmaties. In mijn hoofd groeit een heleboel onkruid en door middel van meditatie kan ik het onkruid uit mijn tuin halen. Met affirmaties kan ik mooie, nieuwe bloemen in mijn tuin planten. Ik weet dat de douche die ik gisteren heb genomen, mij vandaag niet clean gaat houden. Mijn herstel is zo goed als wat ik er vandaag aan heb gedaan. En ik weet dat als ik vandaag doe wat ik gisteren heb gedaan, en morgen doe ik wat ik vandaag heb gedaan, dit nog maar het begin is. En dan is mijn groei eindeloos. Uiteindelijk is alles een keuze, het is maar net wat je kiest.

Thomas